De Koning
heeft een uitspraak gedaan die doet vermoeden dat wij samen het stikstof
probleem gaan oplossen. Het woord ‘samen’ roept een fundamentele vraag op. Wat
wordt hiermee bedoeld? In een badmintonvereniging hebben de leden het gevoel
dat ze een zekere band met elkaar hebben. De berichten die binnenkomen over de
samenleving wijzen in een andere richting. In een tijdsbestek van slechts
enkele dagen lezen we het volgende.
Op 12 oktober wordt wereldkundig gemaakt dat
rijke Nederlanders in 2016 zo’n slordige 53 miljard euro in belastingparadijzen
hebben gestald. In Duitsland is dit zelfs 331 miljard euro. Vier dagen daarna
is te lezen dat negen op de tien Nederlanders steeds meer worstelen met het
betalen van de maandelijkse vaste lasten. Berichten als ‘ouderen in financiële
nood’ en ‘een op de acht kinderen in armoede’ steken schril af bij de eerste
constatering. Het handelen van oligarchen slaat een bres in het
rechtvaardigheidsgevoel.
Iedereen wordt gecontroleerd, de belastingdienst kan
op uitgave niveau meekijken. Als de weggesluisde bedragen zijn geconstateerd
dan moet iemand daar inzage in hebben gehad. Het komt echter niet verder dan
een constatering, althans volgens het bericht. Een gesprek dat plaatsvindt over
het rommelige beleid in Nederland spitst zich toe op het stoken van hout in de
biomassacentrales, maar had net zo goed over de waanzin op andere gebieden
kunnen gaan zoals het gasdebacle in Groningen, de jeugdzorg, toename
dakloosheid of het pensioendrama. ‘Ze
doen maar wat’, een uitspraak die weinig vertrouwen uitstraalt.
Wie zich
inleest in het stikstofdrama ontwaart een lange geschiedenis
ontwijkingspolitiek die uiteindelijk heeft geresulteerd in de huidige situatie.
Zie Trouw 17 oktober: ‘Hoe het stikstof gedrocht groeide en ter wereld kwam’.
Vertrouwen en eenheid zijn woorden uit een verleden. De mensen die ik spreek hebben
het gehad met de politiek, die elke slagvaardigheid mist. Een man waarschuwt
dat wat in Amerika gebeurt ook hier naartoe zal komen, voor zover we daar al
niet voor een groot deel in zijn beland. Het boek ‘America: The Farewell Tour’
van Chris Hedges, beschrijft de neergang van dit imperium.
Het
gevangenissysteem dat goedkope of bijna gratis arbeidskrachten levert en dat
een verdienmodel is geworden, de wanhoop van de enorme hoeveelheid mensen die
in armoede leeft en de moraal die achter de horizon is verdwenen. Hedges laat
het punt zien wanneer de zaak om kan slaan. Daarvoor neemt hij ons mee terug
naar de New Deal van Franklin Delano Roosevelt in de dertiger jaren van de
vorige eeuw. Het gaat om het punt waarop het kapitalisme dreigt uit elkaar te
vallen, zoals we wellicht nog mee zullen maken. Roosevelt ging volgens het boek
naar zijn collega oligarchen en zei: ‘geef wat van jullie geld of jullie zullen
alles verliezen in een revolutie’.
Dat geld gaven de kapitalisten niet omdat ze
medelijden hadden met de massa’s mensen die leden, maar uit angst. In de tekst
wordt Rosa Luxemburg aangehaald. De verandering moet van onderuit komen en
heeft te maken met het bewustzijn van de massa. De boeren in Nederland vormen
plotseling een enorme macht die andere groepen zou kunnen aansteken. Werd de
uitspraak ‘we gaan het samen oplossen’ gevoed door angst of medelijden met de
boeren? De geschiedenis kan het antwoord geven.
Wim Verhoeven