Enige jaren
geleden mocht ik samen met Monique Meijne van Odion, zogenaamde multi
probleemgezinnen bezoeken. Allerlei zaken vragen in zulke situaties bijna
gelijktijdig om een oplossing. Je nadert een grens van de samenleving, waar
alleen een specialistische aanpak nog soelaas kan bieden. Op de bank bij een
man die radeloos is omdat schuldbeheer, scheiding, kinderen weg, werkloosheid
samenkomen en uiteindelijk dat laatste beetje licht in de tunnel hebben
gedoofd. In een ander gezin een vrouw met LVB , een licht verstandelijke
beperking. Een kind komt binnen uit school. Niet alleen schoonmaken maar alle
dagelijkse bezigheden moeten praktisch geheel worden georganiseerd van
buitenaf.
Vandaag
spreek ik mevrouw Meijne opnieuw om nog eens de balans op te maken. Zij geeft
aan dat de stormachtige verandering van de transitie zeker merkbaar is. De
overheveling van de verantwoordelijkheden van de centrale overheid naar de
gemeente betekende onder andere contact met sociale wijkteams en jeugdteams.
Dat bracht een indirectere benadering en meer overlegstructuren.
De
capaciteit van deze teams kent grenzen. Bovendien is de samenstelling hiervan
niet uniform. Er zijn grote verschillen en het is duidelijk dat je daarom op
een andere plek niet altijd dezelfde uitkomst krijgt. Deze gang van zaken kan
er ook voor zorgen dat bijvoorbeeld een op reële gronden uitgewerkte indicatie
van 5 uur hulp per week eindigt in 0 – 1,5 uur.
‘Toen ik
zo’n 22 jaar geleden begon, was er nog sprake van maatwerk, er werd echt
geleverd wat nodig was’. De dieperliggende betekenis van deze uitspraak voert
ons in feite door de gehele maatschappij heen en is op meer plekken aan de
orde. ‘Daar komt
bij dat de problematiek toeneemt’. Hier is uiteraard een hele discussie over op
te zetten. Is er achterstallig onderhoud? Zijn er om wat voor redenen dan ook
meer mensen die in deze wat hulpeloze categorie vallen?
In ieder geval worden
zo’n zeventig gezinnen begeleid. De harder wordende maatschappij accepteert
maar moeizaam mensen die anders zijn. Ik heb dit ook geconstateerd bij
interviews in Heliomare een tijdje terug. Bij de mensen die het hier betreft en
met name diegenen met een verstandelijke beperking, blijkt echter nog een
andere handicap.
Het is voor autoriteiten, of artsen niet altijd even makkelijk
om dit symptoom te herkennen. Dat betekent gewoon dat men, voordat echte hulp wordt
geboden, soms te lang op een verkeerd spoor zit. Het brengt extra lijden met
zich mee voor betrokkenen. Ook de
armoede waarin velen zich bevinden werkt keihard door. ‘Mensen die hier lang
mee te maken hebben krijgen een andere perceptie van het leven. Dan ga je
achteroverleunen’.
De kinderen
van ouders met LVB, hebben dikwijls een normaal IQ. Er is weinig aandacht voor
deze categorie. In feite vallen zij tussen de wal en het schip. Als de kinderen
8 à 9 jaar oud zijn beginnen zij te merken dat het bij hen thuis anders gaat.
Dikwijls volgt een moeilijke weg. Odion organiseert activiteiten met hulp van
bijvoorbeeld de Springplank voor deze kinderen. Zij hebben steun aan elkaar en
in die zin zijn het lotgenoten.
Het werk van
de hulpverlening is loodzwaar. Het aantal gezinnen per behandelaar gaat omhoog.
Het is een cocktail van de huidige druk op de arbeidsmarkt en de confrontatie
met dit kwetsbare deel van de samenleving.
Wim Verhoeven
verhoevenkoffiekring@tele2.nl