De 18e
eeuwse kritische denker Immanuel Kant stelde dat wijsgerig denken zich ten
diepste met drie vragen bezighoudt: ‘Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat
mag ik hopen? Het lijkt of het antwoord hierop steeds moeilijker te vinden is. Mensen
vragen zich af wat er werkelijk waar is van het nieuws dat ze dagelijks krijgen
toegediend. Als je geen juist beeld hebt van de werkelijkheid hoe weet je dan
wat je moet doen of nog erger wat je mag hopen voor je eigen toekomst en die
van bijvoorbeeld de kinderen of kleinkinderen?
Soms blijkt dat we te maken
hebben met een bizarre werkelijkheid. Sommige, vooral ook jonge mensen
beschouwen Lubach, een satirisch televisieprogramma op zondag als een
belangrijke nieuwsbron. Enthousiast vertellen een paar mij dat ze hiernaar
hebben gekeken en ineens begrijpen hoe het superkapitalisme werkt. Hoe je met
een onbeperkte geldbron, manipulatie en door gebruik te maken van moderne
slaven, zoals Uber doet tot een monopolie positie komt waarna het echte cashen
begint. Figuren met diepe zakken zijn bereid er veel geld in te steken.
Ze
krijgen immers aan het eind van de rit de hoofdprijs. Sharing of delen was toch
oorspronkelijk een mooi idee? Maar kennelijk niet als zoiets in handen komt van
financiële cowboys. Het lijkt erop dat er geen echte waarheid bestaat over de
werkelijkheid die altijd achteraf tevoorschijn komt. Hoofdschuddend verwijst iemand naar een nieuwsuitzending
waar een minister rustig verklaart dat wij sprokkelhout voor biomassacentrales
zullen gebruiken. Even later, zie je enorme stukken bos, gewone hele bomen die
in Amerika worden gekapt om aan de vraag naar houtpallets te voldoen.
Herbebossing zal volgens iemand die ter plaatse aanwezig is tien jaar duren.
Het kappen is zo gebeurd. De lelieteelt gaat met grote hoeveelheden
bestrijdingsmiddelen gepaard. Een toxicoloog die onderzoek deed zegt: ‘Het
onderzoek toont aan hoe intensief bestrijdingsmiddelen worden toegepast. We
worden omringd door deze stoffen. Het is een signaal dat we ons ecosysteem aan
het overbelasten zijn’. In dat kader is het best beangstigend dat een
sprinkhanenplaag in zeven Oost-Afrikaanse landen alleen nog met insecticide te
lijf kan worden gegaan.
Het moet om een onvoorstelbare hoeveelheid gif gaan.
Die overbelasting van het ecosysteem houdt in feite verband met het gedrag van
de mens zelf, die vast zit aan een systeem van onzinnige productie en
consumptie die alsmaar moet groeien. Misschien wordt dit wel het beste
weerspiegeld door een mevrouw die in een televisie-uitzending een tuincentrum
vertegenwoordigt. Achter haar zie je de gezellige uitstraling van de producten
die worden geacht ons gevoel van knusheid te verhogen, maar die verder veelal
in de vorm van hangers en kabouters zinloos zijn.
Het corona virus betekent
leveringsproblemen, maar ‘gelukkig’ voor haar zijn er nog 40 (!!!) containers
onderweg. Matiging is kennelijk een onmogelijk scenario
en het is derhalve wrang dat een virus een rem lijkt. Uit de berichtgeving
blijkt de angst voor iets onvoorspelbaars, maar wordt de discussie nog veel
meer gevoerd over de financiële gevolgen. Groei moet en matiging die
uiteindelijk door de natuur zou kunnen worden afgedwongen komt niet ter sprake.
Ook hier wordt de burger op een dwaalspoor gebracht. De echte verandering die
hem staat te wachten tref je niet in de verkiezingsprogramma’s aan.
Wim Verhoeven