maandag 11 maart 2019

HET MOET KUNNEN MAAR KAN HET WEL?


Het is een door een huisjesmelker geconstrueerd bouwsel met woonkamer, douche en slaapkamer waarin een mens leeft. Een mens met een baan, die door allerlei omstandigheden niet in aanmerking komt voor een woning. Bovendien meldt ze dat een sociale huurwoning te duur voor haar is. Zij is een van de mensen die ik tegenkom op mijn reis onder de oppervlakte van dit ‘paradijs’ die de keuze hebben tussen bizarre huisvesting of dakloosheid. Ik word gewezen op een kapitalistisch fenomeen waarbij een woning uit de jaren dertig van de vorige eeuw astronomische bedragen aan huur oplevert.
 

Onder en bovenverdieping genereren bedragen die ik niet eens meer wil noemen omdat ze krankzinnig zijn. Nederland is inmiddels een appel met enorme rotte plekken en die worden steeds groter. Een jongerenwerker meldt dat ook heel veel jongeren megaproblemen hebben. Om mij heen zie ik er steeds meer die het niet redden. Een vrouw van amper vijftig krijgt een zware hartaanval. Na de testen staan de artsen voor een raadsel, maar haar verhaal is verbonden met de grote druk die als een molensteen om de nek van de mensen hangt. Op 31 januari laat een bericht in de pers zien dat 45 procent van alle werkenden de grip op hun werk kwijtraken. 

Het NRC meldt dat in 2017 al 1,1 miljoen antidepressiva slikten. Op 14 februari, in steeds hoger tempo, zien we tekenen van ontwrichting zoals: ‘oprukkende flexwerkers ondermijnen het sociale stelsel’. Uit de manier waarop het nieuws wordt verspreid lijkt het alsof de mensen hier zelf verantwoordelijk voor zijn, maar dat is uiteraard niet zo. Een onzichtbare kracht drukt ze in een bepaalde richting. ‘Mensen hebben grote moeite het hoofd boven water te houden’. Het aantal huishoudens met problematische schulden is inmiddels astronomisch hoog. De Koreaans-Duitse filosoof Byung-Chul Han omschrijft de maatschappij als ‘vermoeid. 

Vroeger wisten mensen wat er van hen werd verwacht. Na de schooltijd gingen ze ergens werken en daar was het duidelijk, ook op wat langere termijn wat ze moesten doen. We zijn steeds meer opgeschoven in een richting waar het individu het zelf mag uitzoeken. In de angst om bij te blijven en onder enorme druk legt de mens zichzelf een enorme prestatieverplichting op. Je bent als het ware je eigen dictator geworden. Ik zie de brokken om me heen. Het sprookje ‘je kunt het’ wordt er bijna onzichtbaar ingepompt. Een aantal jonge mensen die mijn pad kruisen klagen over het onderwijs. 

De onduidelijkheid inzake de lesprogramma’s, afwezigheid van leraren en onvoldoende of geen begeleiding bij de stage. De signalen die de burger krijgt van politici en overheid zijn tegenstrijdig. Een botsing tussen economie dus kapitaal en het welzijn, die zelfs in tegenstelling met het leven zelf is. Het zijn de berichten en het functioneren van de systemen die tevens een onbalans in het geestelijk welzijn van de burger veroorzaken. Deze staat voor een bijna onmogelijke opgave waarbij hij of zij zichzelf zou moeten dwingen een topprestatie te leveren, terwijl de coach op vakantie is, om in sporttermen te spreken.

Wim Verhoeven
verhoevenkoffiekring@tele2.nl