vrijdag 27 juli 2018

KRUITVAT IN DE WOESTIJN


Op deze warme zomeravond staat met name een discussie met een aantal vrienden op het programma. Breed genomen zou het over economie, politiek, klimaat of technologie kunnen gaan. Het gesprek concentreert zich echter op het kapitalisme dat op hol is geslagen en dat de ongelijkheid kennelijk niet kan of wil verminderen. Sterker, deze wordt alleen maar groter. Een van de fundamentele vragen is of en in welke mate migratie hierdoor wordt aangewakkerd. Zijn westerse landen tot op zekere hoogte zelf verantwoordelijk voor een fenomeen dat ze krampachtig bestrijden? 


In dit verband verwijs ik naar gesprekken met mensen uit Noord-Afrika die ik eerder voerde. Zij namen mij mee naar een wereld die sterk doet denken aan het koloniale verleden. Net als toen gaat het meer over grondstoffen dan de bevolking. Regimes die in stand worden gehouden door landen die vooral hun eigen belangen in de gaten houden. Het gaat over vernedering van gewone mensen door degenen die aan de macht zijn. De corruptie die ervoor zorgt dat het geld voor opbouw zoals bijvoorbeeld uit de EU verdwijnt.

Het beeld wordt bevestigd door een stuk dat geschreven is door Christoph H. Schwartz – postdoc - o.a.  betrokken bij het Center for Near and Middle Eastern Studies aan de Philipps University Marburg – Duitsland.  Onder de titel ‘Morocco’s social protest acros time and space’ verwijst hij in een artikel naar de grootste sociale protesten sinds de Arabische lente. Hierbij werd iedereen die als kritisch wordt beschouwd gearresteerd. Het gaat om honderden demonstranten en de veroordeling van journalisten en advocaten. In dit geval gaat het om het Rif gebied in het noorden van Marokko, dat een lange geschiedenis van protesten kent. 

Onderdrukking, systematisch buitensluiten van mensen, bekrachtigd door het weigeren iets te doen aan de infrastructuur, het ontbreken van ziekenhuizen en scholen. De directe aanleiding tot de laatste opstand is volgens het genoemde stuk de dood van een 31-jarige eenvoudige vishandelaar, genaamd Fikri. Hij werd aangehouden en zou de politie de gevorderde steekpenningen niet hebben kunnen betalen. Zijn vis werd in een vuilniswagen gegooid, waarna hij erin kroop om zijn handel te redden. Volgens getuigen zou de politie toen de pers van de wagen hebben aangezet, zodat hij werd doodgedrukt.

 Dit veroorzaakte woede op social media en lijkt op het geval van de groenteman Bouazizi in Tunesië die zichzelf in brand stak. Schwartz wijst op de giftige schaduwen uit het koloniale verleden en de dubieuze rol die Duitsland, Spanje en Frankrijk hebben gespeeld. Tijdens de zogenaamde RIF-oorlog van 1921-1926 werd er 500 ton mosterdgas op het gebied losgelaten.  Tot op de dag van vandaag heeft de bevolking te maken met een hoog percentage kanker en zou het grondwater op veel plaatsen nog steeds zijn vervuild. Hoewel het gebied in 1923 kortstondig een republiek was streven de mensen nu geen zelfstandigheid meer na, maar sociale rechtvaardigheid.

Zij willen dat hun menselijke waardigheid wordt erkend.  Hoewel er beloften zijn gedaan verandert er weinig en zijn de machthebbers geneigd de bewoners te bestempelen als separatisten, gecontroleerd door het buitenland. Het is echter duidelijk dat ze geen afsplitsing willen, maar een verbetering van hun situatie. De grootste groep asielzoekers in Spanje komt uit de Rif en zou voor de EU een waarschuwing moeten zijn. Het is een voorbeeld van het feit dat westerse landen slechts oog hebben voor de handel en derhalve regimes steunen die geen sociale verbetering nastreven. In die zin lijken landen die de stroom asielzoekers willen beperken zelf verantwoordelijk voor het creëren van een kruitvat dat zich niet alleen beperkt tot Marokko. 

Het gaat vooral om jonge mensen en in dat opzicht heeft Zwitserland een belangrijk besluit genomen om de samenwerking inzake migratie met bijvoorbeeld Tunesië te verlengen. Het gaat om een investering direct in deze categorie jongeren van 100 miljoen Zwitserse Francs over een periode van vier jaar. Deze strategie heeft tot doel om jonge Tunesiërs aan te moedigen om in hun eigen land deel te nemen aan het arbeidsproces. Dit wordt bereikt door het geld te investeren in verbetering van de arbeidsmarkt en professionele training voor migranten zonder documenten. Het lijkt een wijs besluit van Zwitserland dat navolging zou moeten krijgen in andere landen en waarschijnlijk op den duur beter werkt dan muren optrekken.

Wim Verhoeven
verhoevenkoffiekring@tele2.nl