Op zoek naar
het slachtoffer dat in een verzorgingshuis is beland zie ik in de lange gangen
mensen die hier om allerlei redenen verblijven, met af en toe een
verpleegkundige. Je wordt als het ware geconfronteerd met het feit dat het
leven plotseling tot stilstand kan komen. De stilte die er deze avond heerst
lijkt een bijpassend ingrediƫnt en staat in schril contrast met hetgeen zich
buiten afspeelt. Nadat de lift mij naar de eerste etage heeft gebracht word ik
naar de kamer verwezen waar ik de vrouw kan vinden.
Zij maakt
deel uit van een van de gespreksgroepen waarmee ik regelmatig maatschappelijke
onderwerpen bespreek. Ik had gehoord van haar herseninfarct en de effecten die
daarmee gepaard kunnen gaan. Het was derhalve een verrassing weer dezelfde
strijdbare persoon aan te treffen die ik al zo lang kende. De scherpe analyses
over allerlei zaken, het was er allemaal weer en in die zin een goede
ontwikkeling. Ze is een van de vele ouderen die alleen langer thuis proberen te
wonen, maar ook geen andere keuze hebben.
Al zouden ze willen door het
huurbeleid kunnen ze geen kant op. Een ander huis zou onbetaalbaar worden.
Veertig jaar in hetzelfde huis, terwijl alles om je heen geleidelijk weggevaagd
wordt. Andere culturen, andere talen. Het lijkt een recept voor eenzaamheid. ‘Ik vind dat
wat mij is overkomen onder de aandacht moet worden gebracht’, zijn de eerste
woorden die mij tegemoetkomen terwijl ik een stoel aanschuif. Die bewuste
ochtend ging plotseling figuurlijk gesproken het licht uit. Het laatste dat ze
zag was de wekker op het nachtkastje en daarna ‘lag ik in het ziekenhuis in
Amsterdam’.
Het was toeval dat ze gevonden werd. Een kennis zou haar die
ochtend voor onderzoek naar het ziekenhuis begeleiden en stond aan de deur.
Toen er niet werd opengedaan is de politie gewaarschuwd. Deze heeft
uiteindelijk de toegang verschaft waardoor bleek dat ze op de grond lag. Wat er
was gebeurd als deze afspraak er niet was geweest laat zich raden. Hoewel haar spraakvermogen was verminderd, is
deze op wonderbaarlijke wijze na een traject langs neuroloog en logopedist weer teruggekomen.
We kijken
nog even naar onze eerdere gesprekken in verband met het alleen zelfstandig
wonen en de gevaren die daaraan zijn verbonden. Enige tijd geleden stelde ze al
het volgende aan de kaak. ‘Stel ik word dement, wie merkt dat eigenlijk als je
alleen woont? ‘Dat lijkt mij een goede vraag want in een bepaald stadium hoeft
de buitenwereld nog niets in de gaten te hebben, ‘terwijl je misschien wel het
gas laat branden’. Ik sprak
meer alleenstaande ouderen, waarbij de onzekerheid over de situatie waarin ze
zitten veel naar voren komt.
Naast eenzaamheid en het gevoel geen deel meer uit
te maken van een maatschappij spelen ook de kosten van levensonderhoud veelal
een rol. De pensioenen, soms
pensioentjes, staan stil. Iemand herinnert ons eraan: ‘Er is ooit een welvaartsvaste
uitkering beloofd’. De man kijkt mij doordringend aan en wijst op het feit dat
we in een periode leven waarin politieke leugens heel normaal zijn geworden.
Het menselijk aspect verdwijnt en je ‘bent steeds meer op jezelf aangewezen’.
In
discussies komt de wens naar voren om weer de mogelijkheid te krijgen naar een
tehuis te gaan als daar behoefte aan is ook als je nog gezond bent. Hiermee is
het overheidsbeleid in een vicieuze cirkel beland. De vraag is of het voor nog
wel sociaal aanvaardbaar is om langer thuis wonen te stimuleren
voor deze groepen, mensen die naar buiten toe niet snel klagen maar vanbinnen
verbitterd zijn door wat zij beschouwen als een chaos.
Wim Verhoeven
verhoevenkoffiekring@tele2.nl