De wezens
van een planeet hier ver vandaan landden tussen de puinhopen. Ze keken
om zich heen of ze een teken van leven konden ontdekken. De stilte was
verpletterend. Ze zagen niemand, hoewel ze in het contact met de laatste groep
levende mensen op aarde duidelijk hadden gemaakt wanneer en waar zij zouden
aankomen. Het was een hele toer geweest de juiste manier te vinden om met de
aardbewoners te communiceren.
Een van hun verkenners was er reeds geweest en
had getracht uit te vinden hoe je het restant van deze homo sapiens iets
duidelijk kon maken. Vooral nieuwsgierigheid waarom deze soort doelbewust
zichzelf had willen vernietigen, had hen hiernaartoe gedreven. De landingsplek
die ze hadden uitgezocht was een van de weinige niet omgewoelde of verdorde
stukken land in de omgeving. Er stonden nog een paar bomen en groeide gras.
De
leider van de groep kwam tot de conclusie dat dit stukje misschien nog een
voorbeeld was van hoe het er hier ooit had uitgezien. Het zou interessant zijn
om verder op onderzoek uit te gaan en een aantal van hen ging op weg. Hoe
verder ze zich van de landingsplaats verwijderden, hoe meer ging het landschap
op dat van Mars lijken. Ooit hadden hier wellicht rivieren gestroomd en had er
op de vruchtbare grond van alles gegroeid. Hiervan was niets meer te merken.
Vanwege de extreme reizen naar andere planeten die zij maakten door de ruimte
hadden ze geen last van de enorme hitte overdag. Al konden ze zich wel
voorstellen dat het voor zoogdieren, waar we hier uiteindelijk over praten
dodelijk was geweest.Plotseling
kregen ze een signaal dat erop duidde dat er zich een indringer in hun gebied
bevond. Hij werd bij het ruimteschip gevangen gehouden. Snel keerden ze terug
en zagen dat dit wezen totaal niet leek op wat ze zich hadden voorgesteld.
Een
duidelijk restant van genetische manipulatie. Een van de alien-techneuten
verbond de indringer met een machine zodat een voor hen normale communicatie
mogelijk werd. Was wat hier zat een mens of iets anders? Het was een homo
sapiens en er waren nog ongeveer 50 exemplaren over. Deze leefden hier in de
omgeving, op een van de plekken waar dat nog kon. De rest was uitgestorven.Wij zijn
redelijk goed op de hoogte zei de leider van de buitenaardsen.
Op afstand zagen
we de ontwikkelingen. Waarom gingen jullie de eigen soortgenoten te lijf met de
meest verschrikkelijke wapens en hebben jullie je zodanig vermenigvuldigd dat
de aarde door overmatige consumptie uitgeput raakte? Door hebzucht vervaagde de
ethiek en samenhang van de aardse soort. Grote groepen werden aan hun lot
overgelaten. Het menselijke ‘exemplaar’ begon te protesteren.
In duidelijke
bewoordingen begon hij uit te leggen dat alles gebaseerd was op de economie.
Die had voorgeschreven dat groei de enige mogelijkheid was om mensen gelukkig
te maken. We gingen ervan uit dat de technologie ons zou redden. Voor onze leefwijze
hadden we aan een planeet uiteindelijk niet genoeg. Toen geen tweede binnen
bereik kwam begonnen de mensen elkaar langzaam uit te roeien om toch te kunnen
groeien, met dit resultaat.
Dat rijmt
zei de alien, maar dat verklaart nog niet alles waarom jullie je niet hebben
kunnen aanpassen. De restant-mens antwoordde met een trieste blik in zijn ogen:
‘we konden niet anders’. In het rapport dat de wezens van verre maakten stond: ‘Deze
soort is vrij kwaadaardig geweest. Niet alleen ten opzichte van de natuur en de
dieren op aarde, maar ook moet er onderling.
Men
spreekt over economie, waarmee men iedereen wilde laten meeprofiteren, maar in
werkelijkheid moet het een verdienmodel zijn geweest dat een nietsontziende
hebzucht heeft aangewakkerd. Het lijkt of het recht van de sterkste uiteindelijk
is geĆ«indigd in een soort apocalyps’.
Wim Verhoeven
verhoevenkoffiekring@tele2.nl