donderdag 10 augustus 2017

DE LANGE WEG

Een van de woonbegeleiders in het huis voor de opvang van dak- en thuisloze jongeren geeft een stuk papier en een pen. Hoewel ik hierheen ben gekomen voor een eerste verkenning, ontstaat een spontaan gesprek en is het dus handig als je iets kunt noteren. We hebben het over een ingewikkelde materie die je alleen, zoals hier met bevlogen en deskundige medewerkers, kunt behandelen. Volgens Stichting Zwerfjongeren Nederland gaat het in de meest recente schatting om ca. 12.000. 

Aan de andere kant is dit moeilijk vast te stellen en het CBS schat zelfs het totale aantal dat buiten beeld is zonder inkomen veel hoger inNadat hij of zij zich via een organisatie of spontaan heeft aangemeld vindt een intakegesprek plaats. In het gebouw bevinden zich totaal twaalf kamers, waarvan er een bestemd is voor crisisgevallen. ‘We worden geconfronteerd met steeds zwaardere gevallen.’ Bij binnenkomst hebben velen geen werk, geen inkomsten, maar wel schulden. De hulpverlening lijkt een druppel op een gloeiende plaat als je de totale aantallen ziet en daar komt nog bij dat jongeren eerder om hulp vragen. De omvang neemt dus in snel tempo toe.

Het gaat hier om hulpverlening in fasen, waarbij in eerste instantie dagbesteding, inkomsten genereren (uitkering aanvragen) en de schuldenproblematiek op het programma staan. Onder leiding van een mentor wordt volgens strakke richtlijnen een programma afgewerkt gericht op herstel. In het tweede deel van het gefaseerde plan komen dagbesteding en woonvaardigheden aan bod. Hier werkt men ook toe naar het laatste deel waar de jongeren zicht op een uitstroomplek krijgen. Dat betekent een eigen woongelegenheid. Hiervoor zijn echter lange wachtlijsten. 

‘Pas na een aantal jaren schuift iemand op’. Het risico bestaat dat deelnemers uitvallen en uiteindelijk weer op straat gaan zwerven of bijvoorbeeld van vrienden naar vrienden gaan voor onderdak. Een vicieuze cirkel. Als dat gebeurt loopt het maatschappelijk mis. Je kunt bijvoorbeeld niet je werk behouden als je geen vaste plek hebt. De verwachting is dat ook hierdoor het totale probleem steeds groter zal worden. De slogan in het informatieboekje is: ‘Je bent gemotiveerd om aan je toekomst te werken en je wilt daar zelf actief aan meewerken’. Verder dien je je aan de huisregels te houden.

EEN VAN DE KAMERS
Bij deze jongeren is er veelal sprake van complexe meervoudige problematiek. Een ex-verpleger uit de psychiatrie noemt de enorme toename van de drugsproblematiek ‘een geestelijk moeras waartegen bijna geen kruid tegen gewassen is’. Een moeder, die zelf gehandicapt is heeft haar zoon moeten loslaten. Hij staat echter steeds voor de deur en is agressief.  Er lijkt geen oplossing. Ze vertelt dat ze het slot heeft laten veranderen want hij had nog een sleutel. Ik luister naar anderen die iets dergelijks vertellen. Ik spreek in de opvang en buiten met diverse jongeren.

In parken zijn er genoeg te vinden. Soms zijn ze wel bereid iets te vertellen. Een jongen uit Afrika zegt dat hij hier is omdat hij geen werk kon vinden in het land waar hij vandaan komt. ‘Ik woon bij een vriendin die ik via Facebook heb leren kennen en ik hoop dat ik hier als postbode kan werken’. Hij vindt het erg interessant dat hij wordt aangesproken, leeft als het ware op en wil weten of ik ‘happy’ ben.Er komt ook iets voorbij waar we normaal gesproken wat verder vanaf staan. Het zijn de verhalen over geld en macht die niet onderdoen voor de bovenwereld.  ‘Zonder geld ben je niks waard’.  Het komt er plotseling allemaal uit in een stortvloed van woorden. 


Ik voel een beklemming als er gesproken wordt over ‘verkeerde jongens’, waarmee je omgaat omdat dat je ‘vrienden’ zijn. Die vriendschappen niet kunnen verbreken omdat je te maken hebt met een omgeving waar een leven in feite geen waarde heeft. Maar er toch ook bij willen horen. Een centrum waar je kunt slapen, eten en waar als het ware een gemeenschap wordt gevormd. ‘Je mag daar alles’. Het is de omvang en de ernst van de zaken, die een beangstigende indruk nalaten. 

Kinderen uit eenoudergezinnen, waar geen grip op is en velen zonder papieren uit allerlei landen zijn de spelers in dit macabere spel.  Een jongen tegenover me neemt me mee naar een stoffig Marokko, waar je bij ‘40 graden € 5,- per dag kunt verdienen’. Een groeiende stroom jongeren aan de Afrikaanse kant wil de oversteek wagen. Het paspoort biedt zonder belemmering toegang tot Libië. Van daaruit naar het Europa van ‘melk en honing’. Het zijn enorme aantallen die het niet halen en verdrinken. 

Hij wijst op de weelde waarin wij leven en ziet zijn huidige verblijfplaats als een paleis in vergelijking met de omstandigheden daar.  Het betoog werpt een schaduw op de enorme ongelijkheid in de wereld die een volksverhuizing niet zal kunnen tegenhouden. De armoede in het land van herkomst die hier wordt beschreven zal vele jongeren ondanks de gevaren aanzetten om de reis te aanvaarden. Gedurende de tijd dat hij zich in het verkeerde circuit bevond was hij zich gaan realiseren dat iedereen voor zichzelf gaat. 

Een gesprek met een familielid deed de rest om zijn leven een andere wending te geven. Een haarscherpe analyse volgt over die situatie, die je leven zo negatief kan beïnvloeden. ‘Ik wil dubbel zo hard werken om mijn doel te bereiken’. Het is een hoopvol signaal dat omgezet moet worden in het meer kansen geven aan hen die het zo broodnodig hebben.  

Wim Verhoeven
verhoevenkoffiekring@tele2.nl