Een van de
woonbegeleiders in het huis voor de opvang van dak- en thuisloze jongeren geeft
een stuk papier en een pen. Hoewel ik hierheen ben gekomen voor een eerste
verkenning, ontstaat een spontaan gesprek en is het dus handig als je iets kunt
noteren. We hebben het over een ingewikkelde materie die je alleen, zoals hier
met bevlogen en deskundige medewerkers, kunt behandelen. Volgens Stichting
Zwerfjongeren Nederland gaat het in de meest recente schatting om ca. 12.000.
Aan de andere kant is dit moeilijk vast te stellen en het CBS schat zelfs het
totale aantal dat buiten beeld is zonder inkomen veel hoger in. Nadat hij of
zij zich via een organisatie of spontaan heeft aangemeld vindt een intakegesprek
plaats. In het gebouw bevinden zich totaal twaalf kamers, waarvan er een
bestemd is voor crisisgevallen. ‘We worden geconfronteerd met steeds zwaardere
gevallen.’ Bij binnenkomst hebben velen geen werk, geen inkomsten, maar wel schulden.
De hulpverlening lijkt een druppel op een gloeiende plaat als je de totale
aantallen ziet en daar komt nog bij dat jongeren eerder om hulp vragen. De
omvang neemt dus in snel tempo toe.
Het gaat hier
om hulpverlening in fasen, waarbij in eerste instantie dagbesteding, inkomsten
genereren (uitkering aanvragen) en de schuldenproblematiek op het programma
staan. Onder leiding van een mentor wordt volgens strakke richtlijnen een
programma afgewerkt gericht op herstel. In het tweede deel van het gefaseerde
plan komen dagbesteding en woonvaardigheden aan bod. Hier werkt men ook toe
naar het laatste deel waar de jongeren zicht op een uitstroomplek krijgen. Dat
betekent een eigen woongelegenheid. Hiervoor zijn echter lange wachtlijsten.
‘Pas
na een aantal jaren schuift iemand op’. Het risico bestaat dat deelnemers
uitvallen en uiteindelijk weer op straat gaan zwerven of bijvoorbeeld van
vrienden naar vrienden gaan voor onderdak. Een vicieuze cirkel. Als dat gebeurt
loopt het maatschappelijk mis. Je kunt bijvoorbeeld niet je werk behouden als
je geen vaste plek hebt. De verwachting is dat ook hierdoor het totale probleem
steeds groter zal worden. De slogan in het informatieboekje is: ‘Je bent
gemotiveerd om aan je toekomst te werken en je wilt daar zelf actief aan meewerken’.
Verder dien je je aan de huisregels te houden.
EEN VAN DE KAMERS |
Bij deze jongeren is er veelal sprake van complexe meervoudige problematiek. Een
ex-verpleger uit de psychiatrie noemt de enorme toename van de drugsproblematiek
‘een geestelijk moeras waartegen bijna geen kruid tegen gewassen is’. Een
moeder, die zelf gehandicapt is heeft haar zoon moeten loslaten. Hij staat
echter steeds voor de deur en is agressief. Er lijkt geen oplossing. Ze vertelt dat ze het slot heeft laten
veranderen want hij had nog een sleutel. Ik luister naar anderen die iets
dergelijks vertellen. Ik spreek in de opvang en buiten met diverse jongeren.
In
parken zijn er genoeg te vinden. Soms zijn ze wel bereid iets te vertellen. Een
jongen uit Afrika zegt dat hij hier is omdat hij geen werk kon vinden in het
land waar hij vandaan komt. ‘Ik woon bij een vriendin die ik via Facebook heb
leren kennen en ik hoop dat ik hier als postbode kan werken’. Hij vindt het erg
interessant dat hij wordt aangesproken, leeft als het ware op en wil weten of ik
‘happy’ ben.Er komt ook
iets voorbij waar we normaal gesproken wat verder vanaf staan. Het zijn de
verhalen over geld en macht die niet onderdoen voor de bovenwereld. ‘Zonder
geld ben je niks waard’. Het komt er
plotseling allemaal uit in een stortvloed van woorden.
Ik voel een beklemming als er gesproken wordt over ‘verkeerde jongens’, waarmee je omgaat omdat dat je ‘vrienden’ zijn. Die vriendschappen niet kunnen verbreken omdat je te maken hebt met een omgeving waar een leven in feite geen waarde heeft. Maar er toch ook bij willen horen. Een centrum waar je kunt slapen, eten en waar als het ware een gemeenschap wordt gevormd. ‘Je mag daar alles’. Het is de omvang en de ernst van de zaken, die een beangstigende indruk nalaten.
Ik voel een beklemming als er gesproken wordt over ‘verkeerde jongens’, waarmee je omgaat omdat dat je ‘vrienden’ zijn. Die vriendschappen niet kunnen verbreken omdat je te maken hebt met een omgeving waar een leven in feite geen waarde heeft. Maar er toch ook bij willen horen. Een centrum waar je kunt slapen, eten en waar als het ware een gemeenschap wordt gevormd. ‘Je mag daar alles’. Het is de omvang en de ernst van de zaken, die een beangstigende indruk nalaten.
Kinderen uit
eenoudergezinnen, waar geen grip op is en velen zonder papieren uit allerlei
landen zijn de spelers in dit macabere spel. Een jongen
tegenover me neemt me mee naar een stoffig Marokko, waar je bij ‘40 graden €
5,- per dag kunt verdienen’. Een groeiende stroom jongeren aan de Afrikaanse
kant wil de oversteek wagen. Het paspoort biedt zonder belemmering toegang tot Libië.
Van daaruit naar het Europa van ‘melk en honing’. Het zijn enorme aantallen die
het niet halen en verdrinken.
Hij wijst
op de weelde waarin wij leven en ziet zijn huidige verblijfplaats als een
paleis in vergelijking met de omstandigheden daar. Het betoog
werpt een schaduw op de enorme ongelijkheid in de wereld die een
volksverhuizing niet zal kunnen tegenhouden. De armoede in het land van
herkomst die hier wordt beschreven zal vele jongeren ondanks de gevaren
aanzetten om de reis te aanvaarden. Gedurende de
tijd dat hij zich in het verkeerde circuit bevond was hij zich gaan realiseren
dat iedereen voor zichzelf gaat.
Een gesprek met een familielid deed de rest om
zijn leven een andere wending te geven. Een haarscherpe analyse volgt over die
situatie, die je leven zo negatief kan beïnvloeden. ‘Ik wil dubbel zo hard
werken om mijn doel te bereiken’. Het is een hoopvol signaal dat omgezet moet
worden in het meer kansen geven aan hen die het zo broodnodig hebben.
Wim Verhoeven
verhoevenkoffiekring@tele2.nl