De mensen
die ik enige tijd geleden in dit kader sprak stelden voor bovengenoemde titel
te gebruiken voor dit stuk. Diep in de hersenen kunnen zich processen afspelen
die soms grote gevolgen voor betrokken hebben. In gesprekken met slachtoffers
blijkt dat men hoopt op verbetering of genezing. Zorgt het huidige leven voor
naar schatting bijna 800.000 mensen met een stemmingsstoornis? Volgens het
Trimbos instituut krijgen jaarlijks zo’n 135.000 mensen voor het eerst te maken
met een depressie.
De aantekeningen die ik heb gemaakt omvatten veel
verschillende geestelijke ongemakken door evenzovele oorzaken. Van een
ogenschijnlijk kleine gebeurtenis op vakantie tot misbruik. Het gaat te ver om
dat allemaal in dit artikel te persen. Ik licht er een gesprek uit met iemand
die een normaal leven leidde en dat plotseling veranderde.
De man die
voor me zit staart somber voor zich uit. Hij zit in een soort ‘standbeeld’
houding. Geen beweging. Plotseling keert hij zich tot mij en laat merken een
gesprek te willen aanknopen. ‘Het is vreselijk’, zijn de eerste woorden die tot
mij komen. Ik kijk hem vol begrip aan, maar het is dan nog niet duidelijk waar
deze woorden precies betrekking op hebben. Alles kan per slot van rekening
vreselijk zijn. Het gordijn waarachter zijn leven zich afspeelt en dat voor
anderen gesloten blijft, wordt voor mij een stukje geopend.
Na een hartaanval
veranderde zijn leven plotseling. De hersenen die vroeger het vreugdevolle
leven met kleinkinderen een positieve impuls gaven, keerden zich plotseling
tegen hem. In plaats daarvan werd de geweldige geheugenmachine een
‘gevangenis’. Het hoofd dicteert in feite wat hij moet doen. ‘Zeg mij niet dat
ik nu mee moet om ergens op visite te gaan, want dat kan ik helemaal niet’.
De kamer
waar hij destijds onwel werd is een verboden gebied. ‘Ik kan er gewoon niet
meer in’. Medicijnen, wandelen en andere
zaken die ontspanning zouden moeten brengen helpen volgens hem niet. ‘Ik heb
een band om mijn hoofd en kom daar maar niet vanaf’. Hij vindt troost in zijn
eigen opmerking dat hij niet de enige is. Als de hersenen gaan dicteren regeert
de angst en dat is hier goed te zien. De man vertelt dat hij niet zomaar door
een deur kan en eerst op een stoel moet gaan zitten alvorens hij de ‘aanval’
kan openen om erdoor te gaan.
Voor de
buitenwereld, dat wil zeggen, mensen die niet lijden onder dit fenomeen, is het
moeilijk voor te stellen. Een fysieke verwonding is in feite overzichtelijk.
Bij geestelijke ongemakken, gaat het om de onduidelijkheid van de volgende
fase. Mijn gesprekspartner constateert zoals velen dat je beter een gebroken
been kan hebben dan dit.
Hij laat ook weten dat het hem zwaar valt dat de
omgeving weinig begrip kan opbrengen voor zijn situatie. Het bekende gezegde
dat het ‘tussen de oren’ zit en je in feite niets mankeert heeft hieraan
bijgedragen. Dit betekent veelal dat deze mensen een eenzame strijd voeren, zonder dikwijls begrip van de omgeving, waar
sommigen de stelling aandurven ‘het zal mij niet overkomen’.
Wim Verhoeven
verhoevenkoffiekring@tele2.nl