maandag 15 mei 2017

STOF TOT NADENKEN

De rijksoverheid wil 125.000 banen erbij tot 2026 voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zij moeten instromen bij reguliere werkgevers en de overheid. Eind 2015 stonden volgens een persbericht zo’n 277.000 mensen met een arbeidsbeperking ingeschreven.  Nog niet zo lang geleden verscheen een artikel waarin een adviseur van werkgevers in dit verband aangaf dat de grootste angst is dat de begeleiding van iemand met een arbeidsbeperking te veel tijd- lees geld- kost. Iemand anders komt in dit stuk tot de conclusie dat lang niet iedereen op de arbeidsmarkt terecht kan. Hij voorziet een draaideur waarbij mensen na een tijdelijk contract toch weer in de kaartenbak terecht komen en pleit voor het in ere herstellen van de sociale werkplaatsen. Tot zover de rationele benadering, maar hoe denken de mensen er zelf over? Wat doen veranderingen en de daaraan verbonden stress met hen?


Ik ontmoet haar in een buurthuis. Ze is positief en schetst een leven dat de moeite waard is. Een week geleden heeft ze met een familielid op zondag een autorit gemaakt. ‘Al die natuur die je ziet, die bomen en het uitzicht, geweldig’.  Al bijna 40 jaar werkt ze in een beschermde omgeving. Plotseling verandert haar stemming als ze over de huidige situatie spreekt. ‘Ik hoop dat ik gewoon kan blijven en dat ik daar niet weg hoef. Ik weet niet hoe ik daarmee om moet gaan’.Het is deze laatste zin die mij terugvoert naar het gesprek met een aantal mensen van de Baanstede eerder in de geschiedenis van de Koffiekring, waarvan hier een weergave.

‘Op tafel liggen krantenknipsels van de afgelopen tijd met titels waarin onrust, frustratie, twijfel en onzekerheid de boventoon voeren. Ik ontmoet vanavond mensen van Baanstede om onder het genot van een kop koffie een gesprek te hebben over de maatschappelijke veranderingen. Hoe zien zij de wereld waarin we leven? Alvorens over allerlei zaken te spreken, belanden we automatisch bij het moment dat de wereld voor hen totaal veranderde. 

Op die nare dag werd aangekondigd dat de werkvoorziening zou worden gesloten. ‘We waren volledig ontdaan’ en ‘het voelde alsof iemand was overleden’ zijn uitspraken die er niet om liegen. Voor deze datum dus vroeger gingen ze met plezier naar het werk. De emotie is voelbaar en het wordt nog erger. Een messcherpe analyse volgt: ‘Als er aan het bestaan getornd wordt, ontstaan er voor ons grote problemen’. Dit zou voor iedereen kunnen gelden, maar hier kan het nog veel ernstiger uitpakken. Een van de vrouwen geeft een kijkje achter de schermen. Ze zegt dat de radeloosheid menigeen naar de rand van de afgrond heeft gedreven. 

Sommigen hebben deze ‘diepte’ zelfs bewust opgezocht. Iedereen aan tafel is het erover eens dat de overheid hen niet zo mag behandelen. Het verdwijnen van sociale contacten, isolement en eenzaamheid doemen als een spookbeeld op. Zij vinden dat mensen opzij worden gedrukt. Een van de vrouwen werkt al vele jaren bij het bedrijf. De onzekerheid knaagt aan hen en wordt zelfs als ‘dodelijk’ omschreven. Alle moeite die ze hebben gedaan om het bedrijf te redden hebben tot niets geleid. ‘De handtekeningen van de actie zijn zo de prullenbak in gegaan’ en ‘de overheid luistert niet naar ons’ zijn uitlatingen die aan duidelijkheid niets te wensen overlaten.

De groep denkt dat de beleidsmakers eigenlijk niet weten wat ze met Baanstede willen en voelt zich een blok aan het been van de gemeente. De samenleving wordt over het algemeen als ingewikkeld gezien. De vele regelingen die door de overheid als een ‘kerstboom’ zijn opgetuigd, de zaken die per internet moeten worden geregeld, een bewindvoerder die zich van de domme houdt (!) maken het leven niet gemakkelijk.’.

Veranderingen die een bedreiging vormen kunnen heel belastend zijn. Hier telt dat, zoals de mensen zelf aangeven, dubbel. Stof tot nadenken….

Wim Verhoeven
verhoevenkoffiekring@tele2.nl