De
rijksoverheid wil 125.000 banen erbij tot 2026 voor mensen met een afstand tot
de arbeidsmarkt. Zij moeten instromen bij reguliere werkgevers en de overheid.
Eind 2015 stonden volgens een persbericht zo’n 277.000 mensen met een
arbeidsbeperking ingeschreven. Nog niet
zo lang geleden verscheen een artikel waarin een adviseur van werkgevers in dit
verband aangaf dat de grootste angst is dat de begeleiding van iemand met een
arbeidsbeperking te veel tijd- lees geld- kost. Iemand anders komt in dit stuk
tot de conclusie dat lang niet iedereen op de arbeidsmarkt terecht kan. Hij
voorziet een draaideur waarbij mensen na een tijdelijk contract toch weer in de
kaartenbak terecht komen en pleit voor het in ere herstellen van de sociale
werkplaatsen. Tot zover de
rationele benadering, maar hoe denken de mensen er zelf over? Wat doen
veranderingen en de daaraan verbonden stress met hen?
Ik ontmoet
haar in een buurthuis. Ze is positief en schetst een leven dat de moeite waard
is. Een week geleden heeft ze met een familielid op zondag een autorit gemaakt.
‘Al die natuur die je ziet, die bomen en het uitzicht, geweldig’. Al bijna 40 jaar werkt ze in een beschermde
omgeving. Plotseling verandert haar stemming als ze over de huidige situatie
spreekt. ‘Ik hoop dat ik gewoon kan blijven en dat ik daar niet weg hoef. Ik weet niet hoe ik daarmee om moet gaan’.Het is deze laatste
zin die mij terugvoert naar het gesprek met een aantal mensen van de Baanstede
eerder in de geschiedenis van de Koffiekring, waarvan hier een weergave.
‘Op tafel
liggen krantenknipsels van de afgelopen tijd met titels waarin onrust,
frustratie, twijfel en onzekerheid de boventoon voeren. Ik ontmoet vanavond
mensen van Baanstede om onder het genot van een kop koffie een gesprek te
hebben over de maatschappelijke veranderingen. Hoe zien zij de wereld waarin we
leven? Alvorens over allerlei zaken te spreken, belanden we automatisch bij het
moment dat de wereld voor hen totaal veranderde.
Op die nare dag werd
aangekondigd dat de werkvoorziening zou worden gesloten. ‘We waren volledig
ontdaan’ en ‘het voelde alsof iemand was overleden’ zijn uitspraken die er niet
om liegen. Voor deze datum dus vroeger gingen ze met plezier naar het werk. De
emotie is voelbaar en het wordt nog erger. Een messcherpe analyse volgt: ‘Als
er aan het bestaan getornd wordt, ontstaan er voor ons grote problemen’. Dit
zou voor iedereen kunnen gelden, maar hier kan het nog veel ernstiger
uitpakken. Een van de vrouwen geeft een kijkje achter de schermen. Ze zegt dat
de radeloosheid menigeen naar de rand van de afgrond heeft gedreven.
Sommigen
hebben deze ‘diepte’ zelfs bewust opgezocht. Iedereen aan tafel is het erover
eens dat de overheid hen niet zo mag behandelen. Het verdwijnen van sociale
contacten, isolement en eenzaamheid doemen als een spookbeeld op. Zij vinden
dat mensen opzij worden gedrukt. Een van de vrouwen werkt al vele jaren bij het
bedrijf. De onzekerheid knaagt aan hen en wordt zelfs als ‘dodelijk’
omschreven. Alle moeite die ze hebben gedaan om het bedrijf te redden hebben
tot niets geleid. ‘De handtekeningen van de actie zijn zo de prullenbak in
gegaan’ en ‘de overheid luistert niet naar ons’ zijn uitlatingen die aan
duidelijkheid niets te wensen overlaten.
De groep denkt dat de beleidsmakers
eigenlijk niet weten wat ze met Baanstede willen en voelt zich een blok aan het
been van de gemeente. De samenleving wordt over het algemeen als ingewikkeld
gezien. De vele regelingen die door de overheid als een ‘kerstboom’ zijn
opgetuigd, de zaken die per internet moeten worden geregeld, een bewindvoerder
die zich van de domme houdt (!) maken het leven niet gemakkelijk.’.
Veranderingen
die een bedreiging vormen kunnen heel belastend zijn. Hier
telt dat, zoals de mensen zelf aangeven, dubbel. Stof tot nadenken….
Wim Verhoeven
verhoevenkoffiekring@tele2.nl