In een
keizerrijk hier ver vandaan leefde een volk dat van oudsher altijd veel respect
had getoond voor oudere mensen. Dit kwam tot uitdrukking door de manier waarop
men met elkaar omging. Het was gebruikelijk dat de familie voor de ouderen
zorgde. Dit veranderde wel snel met de
enorme toename van het aantal personen boven de 65. Voor de verzorging ging men
uiteraard gebruikmaken van robots. Gezellige vriendjes zonder ziel, maar het
motto is dat je dat waarschijnlijk niet meer merkt als je zo oud bent.
Het was tot die tijd ook gebruikelijk om iemand, die 100 jaar werd een massief zilveren schoteltje te schenken. Dit werd verzorgd door de regering van het land en hierdoor bracht men de waardering voor deze jarigen tot uitdrukking. Het aantal in deze categorie was echter op een bepaald moment zodanig toegenomen dat er koortsachtig overleg plaatsvond in de regering. De premier van het land ging zelfs naar de keizer terwijl het voor dit soort zaken ongebruikelijk was.
De keizer
zei: ‘Wat kosten die zilveren schoteltjes ons eigenlijk per jaar’. De premier boog diep alvorens hij zijn
personal assistent raadpleegde en liet weten dat in dat jaar 59.000 geschenken
waren uitgedeeld. Dat had wel 2,1 miljoen dollar gekost. De keizer schrok erg
en vroeg de politicus een ander systeem te bedenken. Enige tijd later kon de
bevolking in de krant lezen dat de regering had besloten de massieve
schoteltjes te vervangen door een verzilverd exemplaar. Dat scheelde
aanmerkelijk.
Maar dat was
niet het einde van het verhaal want het aantal mensen in deze categorie nam
alsmaar verder toe. Ook het goedkopere geschenk was op een gegeven moment te
duur geworden. Men wilde toch het idee in stand houden en belandde uiteindelijk
bij een kopje koffie. Van het zilveren schoteltje tot de koffie was al een hele
weg geweest, maar dit leidde niet tot een fundamentele verandering. Een commissie hield zich inmiddels bezig met
ethische vraagstukken en boog zich over het kostenplaatje.
Het bleek niet zo
eenvoudig om op dit gebied wetten te maken. Iemand stelde voor dat gezonde
mensen vroegtijdig gingen nadenken of hun leven voltooid was. De staat zou ze
dan helpen om de wens naar het einde te vervullen. Een ander kwam met een limiet voor medische
behandeling van ouderen. Wanneer moet je stoppen. Men stelde dat de medische
zorg zonder duidelijke richtlijnen onbetaalbaar zou worden. Ook het inzetten
van meer robots in de zorg leidde niet tot de gewenst kostenreductie door de
toename van de zorgvragers.
Veel ouderen
waren echter topfit en uit onderzoek bleek dat zij ook op latere leeftijd hun
steentje waren gaan bijdragen. Zij hielpen in buurten waar dat mogelijk was en
inmiddels maakten ook steeds meer organisaties gebruik van hun denkkracht. De
enorme levenservaring bleek goed bruikbaar te zijn.
Doordat ze steeds gezonder
werden ontstonden er ook sportclubs, waar mensen op leeftijd behoorlijke
prestaties leverden. Kortom door de economisch factor die ze inmiddels waren geworden
droegen ze enorm bij aan de kosten van de vergrijzing. Velen leefden nog lang
en gelukkig !
Wim Verhoeven
verhoevenkoffiekring@tele2.nl