dinsdag 14 maart 2017

HET SPROOKJE VAN DE 100-JARIGEN

In een keizerrijk hier ver vandaan leefde een volk dat van oudsher altijd veel respect had getoond voor oudere mensen. Dit kwam tot uitdrukking door de manier waarop men met elkaar omging. Het was gebruikelijk dat de familie voor de ouderen zorgde.  Dit veranderde wel snel met de enorme toename van het aantal personen boven de 65. Voor de verzorging ging men uiteraard gebruikmaken van robots. Gezellige vriendjes zonder ziel, maar het motto is dat je dat waarschijnlijk niet meer merkt als je zo oud bent.

Het was tot die tijd ook gebruikelijk om iemand, die 100 jaar werd een massief zilveren schoteltje te schenken. Dit werd verzorgd door de regering van het land en hierdoor bracht men de waardering voor deze jarigen tot uitdrukking. Het aantal in deze categorie was echter op een bepaald moment zodanig toegenomen dat er koortsachtig overleg plaatsvond in de regering. De premier van het land ging zelfs naar de keizer terwijl het voor dit soort zaken ongebruikelijk was.

De keizer zei: ‘Wat kosten die zilveren schoteltjes ons eigenlijk per jaar’.  De premier boog diep alvorens hij zijn personal assistent raadpleegde en liet weten dat in dat jaar 59.000 geschenken waren uitgedeeld. Dat had wel 2,1 miljoen dollar gekost. De keizer schrok erg en vroeg de politicus een ander systeem te bedenken. Enige tijd later kon de bevolking in de krant lezen dat de regering had besloten de massieve schoteltjes te vervangen door een verzilverd exemplaar. Dat scheelde aanmerkelijk.

Maar dat was niet het einde van het verhaal want het aantal mensen in deze categorie nam alsmaar verder toe. Ook het goedkopere geschenk was op een gegeven moment te duur geworden. Men wilde toch het idee in stand houden en belandde uiteindelijk bij een kopje koffie. Van het zilveren schoteltje tot de koffie was al een hele weg geweest, maar dit leidde niet tot een fundamentele verandering.  Een commissie hield zich inmiddels bezig met ethische vraagstukken en boog zich over het kostenplaatje. 

Het bleek niet zo eenvoudig om op dit gebied wetten te maken. Iemand stelde voor dat gezonde mensen vroegtijdig gingen nadenken of hun leven voltooid was. De staat zou ze dan helpen om de wens naar het einde te vervullen.  Een ander kwam met een limiet voor medische behandeling van ouderen. Wanneer moet je stoppen. Men stelde dat de medische zorg zonder duidelijke richtlijnen onbetaalbaar zou worden. Ook het inzetten van meer robots in de zorg leidde niet tot de gewenst kostenreductie door de toename van de zorgvragers.

Veel ouderen waren echter topfit en uit onderzoek bleek dat zij ook op latere leeftijd hun steentje waren gaan bijdragen. Zij hielpen in buurten waar dat mogelijk was en inmiddels maakten ook steeds meer organisaties gebruik van hun denkkracht. De enorme levenservaring bleek goed bruikbaar te zijn. 

Doordat ze steeds gezonder werden ontstonden er ook sportclubs, waar mensen op leeftijd behoorlijke prestaties leverden. Kortom door de economisch factor die ze inmiddels waren geworden droegen ze enorm bij aan de kosten van de vergrijzing. Velen leefden nog lang en gelukkig !

Wim Verhoeven
verhoevenkoffiekring@tele2.nl