‘Gemeenten creëren nog steeds te weinig arbeidsplaatsen voor
mensen met een geestelijke of lichamelijke beperking’, een klein bericht waar
je snel overheen leest. Het bracht mij terug naar een interview uit de tijd dat
het bericht kwam dat de Baanstede zou worden opgeheven. Wat doet het met mensen
als hun leven overhoop wordt gegooid ?
Op tafel liggen de krantenknipsels van de afgelopen tijd met
titels waardoor veel onrust en frustratie naar voren komt. Onder het genot van
een kop koffie zullen we een gesprek hebben over de maatschappelijke
veranderingen. Hoe zien zij de wereld waarin we leven? Alvorens over allerlei
zaken te spreken, belanden we automatisch bij het moment dat de wereld voor hen
totaal veranderde. Op die nare dag werd aangekondigd dat de Baanstede zou
worden gesloten.
‘We waren volledig ontdaan’ en ‘het voelde alsof er iemand was
overleden, zijn uitspraken die er niet om liegen. Voor deze datum, dus vroeger,
gingen ze met plezier naar het werk. De emotie is voelbaar en het wordt nog
erger. Een messcherpe analyse volgt. ‘Als er aan het bestaan getornd wordt
ontstaan er voor ons grote problemen’. Dit zou voor iedereen kunnen gelden,
maar hier kan het nog veel ernstiger uitpakken. Een van de vrouwen geeft een
kijkje achter de schermen.
Ze zegt dat de radeloosheid menigeen naar de rand
van de afgrond heeft gedreven. Sommigen hebben deze ‘diepte’ bewust opgezocht.
Iedereen is het erover eens dat de overheid hen niet zo mag behandelen. Het
verdwijnen van sociale contacten, isolement en eenzaamheid doemen als een
spookbeeld op. Zij vinden dat mensen opzij worden gedrukt. Een van de vrouwen
werkt al bijna veertig jaar in het bedrijf. De onzekerheid knaagt aan hen en
wordt als dodelijk omschreven. Alle moeite die ze hebben gedaan om het bedrijf
te redden, hebben tot niets geleid.
‘De handtekeningen van de actie zijn zo de
prullenbak in gegaan’ en ‘de overheid luistert niet naar ons’, zijn uitlatingen
die aan duidelijkheid niets te wensen overlaten. De groep denkt dat de
beleidsmakers geen flauw idee hebben wat ze aanrichten, maar voelt zich
tegelijkertijd een blok aan het been van de gemeente. De samenleving wordt in
het algemeen als ingewikkeld gezien. De vele regelingen die door de overheid
als een kerstboom zijn opgetuigd, de zaken die per internet moeten worden
geregeld, een bewindvoerder die zich van de domme houdt, maken het leven niet
gemakkelijk.
Ondanks de situatie is er ruimte voor medeleven. ‘Het is
schandalig dat er in ons land een voedselbank is’. We vinden het heel erg voor
de mensen die het betreft. Er zijn weinig mogelijkheden volgens de groep om
iets extra’s te doen. Iemand zou best naar een sportschool willen, maar een
abonnement zit er niet in. Het gesprek eindigt met een actueel onderwerp. Zien
de deelnemers een toekomst waar mensen in wijken, ongeacht de problemen, elkaar
zullen ondersteunen? Iemand bedenkt ter plaatse de uitspraak: ‘In een
sprookjesbos gaan mensen elkaar helpen!’. Onrust, frustratie, twijfel en onzekerheid
zijn woorden die blijven hangen. Veel stof om over na te denken!
Wim Verhoeven